dinsdag 20 oktober 2020

Mededeling van het directiecomité

Het Diependaele Instituut komt uit een diep dal omhoog geklommen. Het recente verleden was voor ons een ware hel. Wij hadden altijd gedacht dat transparantie een concurrentievoordeel zou opleveren, het tegendeel was waar. .
.
Onze concurrenten kopieerden lustig onze methoden, gingen vervolgens met onze klanten aan de haal en wij konden het stilaan schudden. We hebben eerst gedacht dat we door onze transparantie af te schaffen, we opnieuw een concurrentievoordeel konden opbouwen. Het was echter te laat. We gingen ondergronds, nee, tegenwoordig heet dat onder de radar, en probeerden vandaar uit een nieuwe positie op te bouwen. Niemand zag ons. Een goede positie om geheime opdrachten te krijgen. Ja, dat lukte, een enkele keer. Meer mogen we daarover uiteraard niet mededelen. Het was gelukkig een uiterst lucratieve opdracht, zodat we er financieel weer goed voorstonden. Ik was als enige overgebleven in het hele instituut, de concurrentie had al mijn personeel weggekocht. Ik mocht dus al eens een stuk vakantie nemen en ging op reis. 
.

Daar deed ik nieuwe krachten en ideeën op. Wat wil de wereld nog weten? Ik wist het niet meer. Kort na mijn terugkeer brak de pandemie covid negentien uit. Meteen wist nagenoeg iedereen wat iedereen wilde weten: cijfers. Hoeveel nieuwe besmettingen, hoeveel nieuwe ziekenhuisopnames, hoeveel doden. Je kon niet snel genoeg een viroloog of een epidemioloog of desnoods een microbioloog ja zelfs een macrobioloog onder de arm nemen. .
Dat terrein was dus vlug bezet; ik kon hooguit een avondcursus, zeg maar een spoedcursus epidemiologie volgen maar de inschrijvingen waren snel gesloten, de vraag was groter dan het karig aanbod. Iedereen kon het meteen merken op de sociale media, het aantal mensen met een mening over het virus steeg zienderogen, nog sneller dan het aantal besmettingen. Het virus is inderdaad aanstekelijk.
Ik moest dus aan de toekomst denken en aan die van mijn kinderen. Wat komt er na de pandemie? Wat blijft er dan nog over van onze planeet, van onze samenleving? Ik nam dus potlood en papier en begon te tekenen. De meesten die zich opwerpen als begeleider of verbinder zullen nooit denken aan potlood of papier, laat staan tekenen. Nee, meteen schrijven. . Ik kon alleen maar een kleurloze, lelijke wereld bedenken die helemaal kaalgevreten was door het virus. Lege autowegen, volle parkings. Voetpaden vol met stilstaande elektrisch aangedreven steppen. Hier en daar nog een mens die naar zijn laatste adem hapt. In zo’n wereld is er voor het instituut geen plaats meer, alle statistieken komen te laat. . Ik nam toen toch maar een pen en schreef: wat was de laatste statistiek die de laatste mensen wilden kennen? Of was het niet beter een complottheorie te bedenken, vervolgens aanhangers te verzamelen en tot slot oprukken… De wetenschap in dienst van het activisme. . 

Daar ga ik niet verder op in, het kan nu eenmaal; wetenschap is niet per definitie een doffe kamerplant. Er is in de sociologie voldoende bewezen dat iets wat zich als wetenschap aandient, aardig wat teweeg kan brengen. Overigens is het zeer de vraag of het coronavirus covid negentien niet de vrucht is van wetenschappelijk onderzoek. . Wat kon ik doen? Campagnes opzetten om zelfdoding te voorkomen: ‘wat het virus doet, doet het beter dan jij zelf.’ Nee, wie zou nu zo’n campagne bestellen? Oproepen lanceren tot burgerlijke ongehoorzaamheid? ‘Laat de maskers maar vallen, het is tijd voor open strijd’. Er woedde een heuse storm in mijn brein. ‘Open je mond, je hebt vrijheid van spreken. Laat zo het virus binnen’. . Enfin, ik laat de rest van dit verhaal maar best vallen. Om kort te zijn, er is geen bocht ons te veel, het instituut is uit zijn as herrezen en zal heel binnenkort nieuw wetenschappelijk materiaal aanbrengen. . Gaat en zet uw masker op.